Inca

Inca ontstond in de middeleeuwen op een strategische plaats langs oude handelswegen. De stad groeide rond een fort dat dienstdeed als verdedigingspunt tegen piraten en indringers. In de zestiende eeuw kreeg Inca stadsrechten, waarna de bouw van kerken en kloosters het aanzien van de stad verder bepaalde.

In de achttiende en negentiende eeuw bloeide de leer- en lederindustrie op. Lokale families richtten werkplaatsen op waar huiden werden omgezet in hoogwaardige lederwaren. Deze ambacht ging van generatie op generatie en leidde tot een sterke reputatie van Inca als centrum voor schoenen en tassen. Rond 1900 bereikten de leerbewerkers een niveau waarbij producten werden geëxporteerd naar andere delen van Spanje en Europa.

In de twintigste eeuw kreeg Inca een nieuwe impuls toen spoorwegen en wegen het mogelijk maakten om landbouwproducten en lederwaren eenvoudig te vervoeren. Na de Tweede Wereldoorlog nam de industrialisering toe, maar veel kleinschalige leerlooierijen hielden de ambachtelijke traditie in stand. Tegenwoordig combineert Inca haar rijke verleden met moderne voorzieningen, terwijl gebouwen als de Iglesia de Santa María la Mayor herinneren aan de lange historie van de stad.

Het hart van Inca wordt gevormd door de Iglesia de Santa María la Mayor, een kerk in gotische stijl met een sobere, aandoenlijke uitstraling. De gevel is eenvoudig gehouden en het interieur heeft hoge gewelfschilderingen. Rondom de kerk ligt een plein waar bij speciale gelegenheden marktkramen verschijnen.

Op korte loopafstand bevindt zich het voormalige klooster Convent del Carme. Dit complex herbergt nu een cultureel centrum met wisselende exposities en soms kleine concerten. In de oude kloostergangen zijn lokale kunstenaars regelmatig te zien met schilderijen en ambachtelijke voorwerpen. Het klooster heeft een rustige kloostertuin waar je even kunt ontsnappen aan de bedrijvigheid van de stad.

Het Museo del Calzado is gewijd aan de geschiedenis van de schoenmakerij in Inca. In eenvoudige zalen staan oude schoenmachinetjes en leerbewerkingsgereedschappen tentoongesteld. Bezoekers krijgen een indruk van het productieproces zoals dat hier eeuwenlang werd toegepast. Op de bovenverdieping hangen foto’s van lokale ateliers en portretten van families die het vak jarenlang uitoefenden. Achter het museum is een kleine werkplaats waar ambachtslieden soms demonstraties geven.

Elke donderdag is Inca het toneel van de grootste markt van Mallorca. Men noemt het de “Dijledagmarkt”. Op dat moment vullen tot wel honderden kramen de hoofdstraten met kleding, huishoudelijke artikelen en kleine elektronica. Aan de rand van de markt staan stands met verse groenten, fruit en lokale delicatessen. De marktkramen reiken tot aan het Centraal Station, waardoor de route een goede indruk geeft van de omvang en variatie van het aanbod.

Naast de wekelijkse markt kent Inca een markt voor vee en landbouwproducten op woensdagochtend. Boeren uit de omgeving brengen er vee aan, maar ook traditionele broodsoorten en handgemaakte kaassoorten. Het is een plek waar bewoners samenkomen om handel te drijven en bij te praten over het lokale leven.

Door de lange geschiedenis van de leerbewerkingsindustrie zijn er in Inca meerdere winkels waar je schoenen, tassen en riemen kunt vinden. Sommige ateliers verkopen direct aan klanten, waardoor je de produktie ziet én het eindproduct kunt passen. Deze winkels liggen verspreid over de Calle del Raiguer en de omliggende zijstraten. Naast lederwaren zijn er kledingboetieks met eenvoudige, functionele kleding en enkele juweliers met sieraden in een ingetogen stijl.

In het centrum van Inca liggen cafés met eenvoudige houten stoelen en tafels aan de straatkant. Daar bestel je koffie met een stukje lokaal gebakken taart of een broodje met sobrasada. In kleine bakkerszaken staan met de hand gemaakte cocarrois (gevulde pasteitjes) en ensaimadas, die je kunt meenemen of ter plaatse proeven.

Voor een maaltijd kun je terecht in bescheiden restaurants waar men traditionele gerechten serveert, zoals tumbet (een groenteschotel) of sobrasada met eieren. Deze eetgelegenheden hebben weinig tafels, waardoor je snel in gesprek raakt met andere gasten. In de avond kun je kiezen voor tapasbars waar eenvoudige tapas worden geserveerd, bijvoorbeeld gefrituurde ansjovis of gevulde artisjokken. De meeste restaurants gebruiken lokaal vlees en groenten van omliggende boerderijen.